Oh ja

Oh ja, voor ik het ver­geet te ver­tel­len. Ik was eer­der thuis vandaag.

De kop­lamp van mijn auto was kapot en die kun je tegen­woor­dig niet meer zelf ver­van­gen. Ten­min­ste, daar hoor ik ieder­een over kla­gen. Vroe­ger kon je er gewoon heel sim­pel bij. Motor­kap open, ach­ter­kant licht­bak ver­wij­de­ren en dan lamp­je ver­van­gen. Nu is je dat onmo­ge­lijk gemaakt.

Pri­ma wat mij betreft. Vroe­ger vond ik het al een rot­klus maar sinds deze maat­re­gel voor bevor­de­ring van baan­ga­ran­tie voor mon­teurs heb ik een excuus om de auto naar de gara­ge te bren­gen en onder het genot van een gra­tis kop­je kof­fie te zien hoe het werk voor mij ver­richt wordt.

Ik was dus eer­der thuis vandaag.

Ide­aal om eerst een rond­je te gaan ren­nen voor­dat iemand zich met de berei­ding van het avond­eten zou moe­ten gaan bezig­hou­den. Inge was nog mini­maal een half uur onder­weg wat voor mij bete­ken­de dat ik mini­maal 6 kilo­me­ter zou moe­ten hard­lo­pen om pas iets na haar thuis te komen. Dat leek me een goed plan.

Bij het punt aan­ge­ko­men waar ik altijd naar toe jog om mijn stram­me spie­ren op te war­men voor­dat ik mijn Run­kee­per app acti­veer werd ik inge­haald door een rol­ler­skat­ster. Of hoe je een vrouw op wie­le­tjes dan ook noemt. Ze was in vol ornaat gekleed voor deze acti­vi­teit. Strak en flu­ori­ce­rend zat het mate­ri­aal om haar lichaam gego­ten. Voor­al strak. En mis­schien iets te klein qua maat­voe­ring. Het kon ook zijn dat zij wat te groot was uit­ge­val­len. Hoe dan ook, het deed pijn aan mijn ogen.

Ik begon aan mijn rond­je en zag haar in de ver­te voor mij uit rol­len. Echt soe­pel leek het niet te gaan. Na een tijd­je gelo­pen te heb­ben zag het er zelfs uit dat ik de afstand tus­sen ons had ver­kleind. Dat was me nog nooit eer­der over­ko­men. Ging ik nu zo hard of was zij zo langzaam?

Over­moe­dig gewor­den voer­de ik mijn tem­po ver­der op. Hoe stoer zou het zijn om haar al ren­nend in te halen. Niets men­se­lijks is mij vreemd. Helaas kon ik mijn hero­ï­sche inhaal­ac­tie niet vol­tooi­en. Zij streek neer op een bank­je naast het fiets­pad. Zo te zien om iets te drinken.

Toen ik haar pas­seer­de had ik mijn tem­po weer vol­doen­de terug­ge­bracht naar een niveau dat ik zon­der te hij­gen ruim­schoots te tijd had om een blik te wer­pen op hoe zij wijd­beens op het bank­je geze­ten zich een fil­ter­si­ga­ret goed liet smaken.

Bij­na thuis werd ik opnieuw inge­haald. Dit­maal door een niet al te gro­te man van mid­del­ba­re leef­tijd met een wel­vaarts­buik gesto­ken in dure fiets­mer­kle­ding en geze­ten op een hyper­mo­der­ne moun­tain­bi­ke. Alles was supe­rae­ro­dy­na­misch. Voor­over­ge­bo­gen trot­seer­de hij de tegen­wind. Het viel me niet met­een op dat hij hier­bij gehol­pen werd door een flin­ke accu die in het fra­me ver­werkt was.

Hoe sterk is de een­za­me fietser
die elek­trisch aangedreven …

Voor mij reden om het ver­der voor gezien te hou­den. Een­maal thuis ont­ving ik een bericht­je van Inge dat ze in de file stond. Dat ik alvast met het eten kon beginnen.

Geef een antwoord