Naar huis

Van­och­tend stond de taxi net­jes op tijd te wach­ten. We had­den om 10 uur afge­spro­ken maar mijn col­le­ga had ik nog niet gezien bij het ont­bijt. Ik leg­de mijn kof­fer ach­ter in de auto en ging terug naar de recep­tie om te zien of hij mis­schien nog aan het uit­chec­ken was. Bij mij duur­de dat ook lan­ger dan nor­maal omdat ze een nacht te veel in reke­ning wil­den bren­gen. Het bleek ach­ter­af een tel­fout­je te zijn.

In de recep­tie was hij ech­ter in geen vel­den of wegen te beken­nen. Nee, hij zat bui­ten aan de ande­re kant van de uit­gang een siga­re­tje te roken. Daar had ik hem niet ver­wacht en hij had al die tijd gecon­cen­treerd op z’n mobiel­tje emails zit­ten door­ne­men zon­der acht te slaan op de omgeving.

Voor onze terug­vlucht maak­te het niet uit. Bij aan­komst op het vlieg­veld zagen we al dat er een ver­tra­ging was voor de vlucht naar Istan­bul. Meest­al heeft dat dan een ket­ting­re­ac­tie voor de ande­re ver­trek­tij­den tot gevolg. En inder­daad ver­trok­ken wij ook later met een ver­tra­ging van een half uurtje.

Waar ik dit­maal wel aan gedacht had was om een foto te maken van een heli­kop­ter die in mijn bele­ving al sinds de eer­ste keer dat ik in Cluj arri­veer­de ver­lo­ren en ver­la­ten in het hoge gras is ach­ter­ge­la­ten. Stee­vast ver­won­der ik me waar­om dat vehi­kel er nog steeds staat wan­neer ik weer in de trans­port­bus naar de ter­mi­nal rij. Het voelt als­of ik als jour­na­list een oor­logs­ge­bied bezoek. Slaat natuur­lijk ner­gens op. Te veel films geke­ken, vrees ik.

Toen we de grens over­sta­ken naar Neder­land nadat we zon­der ver­de­re ver­tra­ging in Dort­mund waren geland en met de auto op weg naar huis gin­gen, zagen we hoe drei­gen­de onweers­wol­ken zich boven Arn­hem samen­pak­ten. Er stond een con­cert van Hele­ne Fischer gepland deze avond in het Gel­re­do­me, maar of dat er iets mee te maken had is me niet dui­de­lijk geworden.