20181017

We eten peper­no­ten op kan­toor. Al sinds begin augus­tus. Zodra de eer­ste zak­ken ver­sche­nen in de super­markt nam een col­le­ga ze mee. En als ze er een­maal lig­gen eet je ze op. Zo werkt verslaving.

Ook een nieu­we col­le­ga uit Tur­kije die ergens in febru­a­ri ons team is komen ver­ster­ken eet vol­op mee. Van­af dag 1 pro­beert hij alles uit wat in zijn ogen typisch Neder­lands is. Zelf had hij op een dag de cho­co­la­de-vari­ant meegenomen.

Tot nu toe ging het niet over Sin­ter­klaas of Zwar­te Piet. De lek­ker­nij­en waren gewoon wat ze waren, lek­ker­nij­en. Voor bij de kof­fie of (voor­al) tussendoor.

Toen doken daar gis­ter ineens de blok­keer­frie­zen op. Ze wer­den onge­vraagd geïn­tro­du­ceerd door een col­le­ga van een ande­re afde­ling die zich bru­taal de peper­no­ten (voort­du­rend) goed laat smaken.

Onze Turk­se col­le­ga keek hem ver­baasd aan. Vroeg waar hij die kon kopen en of ze lek­ker waren. Er werd een half­slach­ti­ge poging gedaan te beschrij­ven hoe deze wil­de hor­de opstan­de­lin­gen uit het hoge noor­den de strijd aan was gegaan voor het behoud van Zwar­te Piet.

Oh, Black­fa­ce! zei hij.

Uit­ein­de­lijk kozen we voor een sim­pe­le uit­weg. Het waren pop­pe­tjes, zo leg­den wij uit. Erg taai. Hij zocht het woord op in zijn Neder­lands woordenboek.

Van­daag eten we taai-taai pop­pe­tjes bij de kof­fie. Ze heb­ben een nare bij­smaak gekregen.