De meeste klokken hebben zich vannacht zelf verzet. Qua tijdsaanduiding. Slechts een klein aantal moet ik nog met de hand doen. Mijn horloge bijvoorbeeld. En de klok op de wandkast. Ook de digitale klokjes op de magnetron, oven en koffiemachine. Als laatste de wekker van Inge. Terwijl die van mij netjes rekening houdt met de wintertijd blijft die van haar stoïcijns doorlopen alsof de zomer nog steeds niet ten einde is. Dat is handig voor als we afgelopen nacht om half drie hadden willen opstaan. Want daar zou die van mij moeite mee hebben gehad. Of ik dan toch. Want die wekker kan het weinig schelen dat ik waarschijnlijk eerst een uur te vroeg het sein voor opstaan zou hebben gekregen. Maar gelukkig hoefden we er vannacht niet uit. Hoewel, ik moest wel plassen om vijf uur. Ook weer zo’n dingetje (het plassen dus) dat wat vaker optreedt alnaar gelang de jaren verstrijken.
Als dit de laatste keer is: doe het dan nog eenmaal goed.
Draai de klokken, stuur de uren. Vraag nog één keer
hoe het moet. Blijf lichtelijk verward. Het gaat niet
om de goede kant, maar om de stand
waarin je zelf blijft staan.
[fragment uit Het werd tijd, door Ester Naomi Perquin, Dichter des Vaderlands]
Een ding is zeker. Het is niet de laatste keer. Maandagavond mag ik de klok weer een uurtje vooruit zetten. Want dan zit ik in Roemenië. Laten ze daar eens iets aan gaan doen, aan die tijdzones. In plaats van zich druk te maken over het beëindigen van de winter- en zomertijd. Trouwens, de hele discussie over hoe ingrijpend en ontregelend een uurtje tijdsverschil is ontgaat me eerlijk gezegd. Mensen vliegen zonder problemen voor een weekendje shoppen naar Londen waar men toch de klok twee keer voor moet verzetten. Blijkbaar heeft men dat er graag voor over. Ik vind het vooral verwarrend en een hoop gedoe. Daarom haal ik hier nog maar eens een keer de zogenaamde ‘Earth Time’ aan:
When it’s noon in Greenwich, Britain, let it be 12 everywhere. No more resetting the clocks. No more wondering what time it is in Peoria or Petropavlovsk. Our biological clocks can stay with the sun, as they have from the dawn of history. Only the numerals will change, and they have always been arbitrary.
[Time to Dump Time Zones, The New York Times, James Gleick]
Zou dat niet iets zijn?
~ ~ ~
Ik ben er misschien al die keren dat ik in Leicester ben geweest een keertje voorbij gereden. Twee keer eigenlijk. Op de heen- en terugweg van hotel naar Leicester centrum voor etentje zagen we het voetbalstadion. Alle andere keren dat ik in Leicester was voor mijn werk gingen we ’s avonds vaak uit eten maar altijd was dat dan in een of ander naburig dorp. Slechts eenmaal had een collega het idee gehad om naar de stad zelf te gaan. Het was in het jaar dat de plaatselijke club vanuit het niets plots kampioen van Engeland werd. Dat was ongekend. In één klap stond Leicester op de (voetbal)kaart. Volgens de taxichauffeur (en hardcore Leicesterfan) die me regelmatig van of naar het vliegveld vervoert was veel te danken aan de man die sinds 2010 eigenaar van de club is, de Thaise miljardair Vichai Srivaddhanaprabha. Waarschijnlijk is juist deze man gisteravond samen met zijn dochter na afloop van de wedstrijd in een helikoptercrash om het leven gekomen. Het zal een grote schok voor de supporters zijn.
~ ~ ~
Nu ik het meeste overzetwerk van petepel.nl naar peterpellenaars.nl achter de rug heb kan ik eindelijk ook weer eens wat aandacht besteden aan het opruimen van de stapels tijdschriften die half of vaker ongelezen mijn studeerkamer bevolken. Dat moet minder want Inge is bezig om tijdelijk meer dozen (met haar rommel) in mijn kamer te stallen.

Maar ik kan niet snel opruimen. In gedachten zie ik mezelf vliegensvlug door oude exemplaren van een tijdschrift bladeren om te zien wat ik nog wat langer wil bewaren voor ik het later weggooi. In de praktijk valt dat vliegensvlugge bladeren bar tegen omdat ik maar moeilijk kan beslissen of ik het nu wel of niet interessant genoeg vind om te bewaren. Daarvoor moet ik het toch een beetje meer in detail doorlezen. Tja, dat schiet niet op. Voordeel is wel dat je nu al leuke dingen tegenkomt die je anders pas over een paar jaar kunt delen. Zoals deze overpeinzing door Marja Pruis in De Groene Amsterdam van slechts een jaar geleden:
Er zijn van die weken dat je al dagen van tevoren opziet tegen de column van Youp van ’t Hek.
Al zie ik daar eerlijk gezegd áltijd tegenop.
Herkenbaar, hoor je dan zachtjes te mompelen. Bij deze.
~ ~ ~
Het mooie is dat ik naast de alledaagse gebeurtenissen in deze dagelijke blogpost nog steeds andere blogposts kan schrijven die ik apart publiceer. Zo ga ik in december (november lijkt me vooralsnog te druk) weer verder met mijn blogserie over Don Quichot en Zen, en heb ik vandaag een nieuw deeltje toegevoegd aan de reeks We zijn allemaal alleen. En wie weet sluit ik me volgend jaar weer aan bij de bloggers leesclub Een perfecte dag voor literatuur.