
In SPQR — A History of Ancient Rome door Mary Beard ben ik aanbeland bij de periode rond 150 v. Chr. en wordt er stilgestaan bij wat de Griekse historicus Polybius schrijft over het politieke systeem in Rome. Daarbij gebruikt hij ook de term ‘democratie’, maar dat moet volgens Mary Beard met een korreltje zout genomen worden:
‘Democracy’ (demokratia) was rooted politically and linguistically in the Greek world. It was never a rallying cry at Rome, even in its limited ancient sense of or even for the most radical of Roman popular politicians. In most of the conservative writing that survives, the word means something close to ‘mob rule’.
[p.189]
Ik moest onwillekeurig denken aan de gele hesjes.
Deze avond lees ik een artikel geschreven door Casper Thomas in de Groene Amsterdammer over het verschil tussen de liberale en de illiberale democratie (denk bij dit laatste aan Hongarije onder Viktor Orbán, het Turkije van Erdogan of Trump in Amerika):
Waar de liberale democratie draait om machtsbeperking, universele rechten en onafhankelijke instituties zoals rechtspraak en vrije pers gaat haar spiegelbeeld, de ‘illiberale democratie’, over de leider, de cultuur van de meerderheid en dienstbaarheid van de instituties aan de macht.
[De rot zit aan de buitenkant]
Niet veel verder paraderen de gele hesjes voorbij als treffend voorbeeld van ‘een dieper misnoegen over de democratie die tot uitbarsting is gekomen’.
Wat ik interessant vind aan de analyse door Casper Thomas is dat hij enkele grondleggers van de liberale democratie aanhaalt (o.a. Pericles, De Condorcet en Paine) die de huidige onvrede onder delen van de bevolking en het handig inspelen hierop door ‘autocratische leiders’ zouden herkennen als een moment waarop het noodzakelijk is op de bres te gaan voor de (liberale) democratie. Zij stammen uit een tijd dat ze ‘een dubbelrol vervulden: ze dachten na over wat democratie betekent, legden hun ideeën daarover voor aan de gemeenschap en waren tegelijk uitvoerder’. Dat ontbreekt er vandaag de dag aan bij onze volksvertegenwoordigers die garant zeggen te staan voor de liberale democratie. Ze weten geen aantrekkelijk alternatief te bieden voor de populistische demagogie door de illiberale frontmannen en ‑vrouwen.
Wat de liberale democratie nodig heeft zijn leiders die bereid zijn opnieuw te formuleren wat burgers van een liberale democratie mogen verwachten. Dat betekent dat het liberaal-democratisch project een stap verder moet gaan dan het optuigen en in stand houden van wetten en instituties die individuele vrijheid beschermen. Liberaal-democraten moeten beseffen dat hun invulling van democratie een ideologische keuze ten opzichte van andere vormen van democratische politiek is en permament moet worden bevochten op natuurlijk wantrouwen van kiezers.
Het sluit perfect aan bij het manifest in NRC waar ik afgelopen zaterdag melding van maakte, met de oproep om in actie te komen voor de redding van Europa tegen de groeiende invloed van nationalistisch en fascistisch populisme. Toen stond ik er niet bij stil, maar dat gaat natuurlijk over de redding van de liberale democratie. En het stemt me somber dat in het stuk van Casper Thomas de conclusie is dat de huidige generatie liberale democratische leiders het vooralsnog laat afweten.
Met het oog op de nakende Europese verkiezingen is dat geen gunstig teken.