Woensdag, 30 januari 2019

In SPQR — A His­to­ry of Ancient Rome door Mary Beard ben ik aan­be­land bij de peri­o­de rond 150 v. Chr. en wordt er stil­ge­staan bij wat de Griek­se his­to­ri­cus Poly­bi­us schrijft over het poli­tie­ke sys­teem in Rome. Daar­bij gebruikt hij ook de term ‘demo­cra­tie’, maar dat moet vol­gens Mary Beard met een kor­rel­tje zout geno­men worden:

‘Demo­cra­cy’ (demo­kra­tia) was root­ed poli­ti­cally and lin­guis­ti­cally in the Greek world. It was never a ral­ly­ing cry at Rome, even in its limi­ted ancient sen­se of or even for the most radi­cal of Roman popu­lar poli­ti­cians. In most of the con­ser­va­ti­ve wri­ting that sur­vi­ves, the word means some­thing clo­se to ‘mob rule’.
[p.189]

Ik moest onwil­le­keu­rig den­ken aan de gele hesjes.

Deze avond lees ik een arti­kel geschre­ven door Casper Tho­mas in de Groe­ne Amster­dam­mer over het ver­schil tus­sen de libe­ra­le en de illi­be­ra­le demo­cra­tie (denk bij dit laat­ste aan Hon­ga­rije onder Vik­tor Orbán, het Tur­kije van Erdo­gan of Trump in Amerika):

Waar de libe­ra­le demo­cra­tie draait om machts­be­per­king, uni­ver­se­le rech­ten en onaf­han­ke­lij­ke insti­tu­ties zoals recht­spraak en vrije pers gaat haar spie­gel­beeld, de ‘illi­be­ra­le demo­cra­tie’, over de lei­der, de cul­tuur van de meer­der­heid en dienst­baar­heid van de insti­tu­ties aan de macht.
[De rot zit aan de bui­ten­kant]

Niet veel ver­der para­de­ren de gele hes­jes voor­bij als tref­fend voor­beeld van ‘een die­per mis­noe­gen over de demo­cra­tie die tot uit­bar­sting is gekomen’.

Wat ik inte­res­sant vind aan de ana­ly­se door Casper Tho­mas is dat hij enke­le grond­leg­gers van de libe­ra­le demo­cra­tie aan­haalt (o.a. Peri­cles, De Con­dor­cet en Pai­ne) die de hui­di­ge onvre­de onder delen van de bevol­king en het han­dig inspe­len hier­op door ‘auto­cra­ti­sche lei­ders’ zou­den her­ken­nen als een moment waar­op het nood­za­ke­lijk is op de bres te gaan voor de (libe­ra­le) demo­cra­tie. Zij stam­men uit een tijd dat ze ‘een dub­bel­rol ver­vul­den: ze dach­ten na over wat demo­cra­tie bete­kent, leg­den hun idee­ën daar­over voor aan de gemeen­schap en waren tege­lijk uit­voer­der’. Dat ont­breekt er van­daag de dag aan bij onze volks­ver­te­gen­woor­di­gers die garant zeg­gen te staan voor de libe­ra­le demo­cra­tie. Ze weten geen aan­trek­ke­lijk alter­na­tief te bie­den voor de popu­lis­ti­sche dema­go­gie door de illi­be­ra­le front­man­nen en ‑vrou­wen.

Wat de libe­ra­le demo­cra­tie nodig heeft zijn lei­ders die bereid zijn opnieuw te for­mu­le­ren wat bur­gers van een libe­ra­le demo­cra­tie mogen ver­wach­ten. Dat bete­kent dat het libe­raal-demo­cra­tisch pro­ject een stap ver­der moet gaan dan het optui­gen en in stand hou­den van wet­ten en insti­tu­ties die indi­vi­du­e­le vrij­heid bescher­men. Libe­raal-demo­cra­ten moe­ten besef­fen dat hun invul­ling van demo­cra­tie een ide­o­lo­gi­sche keu­ze ten opzich­te van ande­re vor­men van demo­cra­ti­sche poli­tiek is en per­ma­ment moet wor­den bevoch­ten op natuur­lijk wan­trou­wen van kiezers.

Het sluit per­fect aan bij het mani­fest in NRC waar ik afge­lo­pen zater­dag mel­ding van maak­te, met de oproep om in actie te komen voor de red­ding van Euro­pa tegen de groei­en­de invloed van nati­o­na­lis­tisch en fas­cis­tisch popu­lis­me. Toen stond ik er niet bij stil, maar dat gaat natuur­lijk over de red­ding van de libe­ra­le demo­cra­tie. En het stemt me som­ber dat in het stuk van Casper Tho­mas de con­clu­sie is dat de hui­di­ge gene­ra­tie libe­ra­le demo­cra­ti­sche lei­ders het voor­als­nog laat afweten.

Met het oog op de naken­de Euro­pe­se ver­kie­zin­gen is dat geen gun­stig teken.