Eerste woordjes

Deze och­tend las ik pas het inter­view door Tom­my Wie­rin­ga met A.L. Snij­ders in de NRC van 26 april 2019. Ik moest erg lachen hoe de inter­vie­wer, op bezoek bij Snij­ders de hele tijd geze­ten aan de keu­ken­ta­fel een ‘gesta­ge regen van zang­zaad en schel­pen­zand’ over zich heen krijgt uit de par­kie­ten­kooi die boven hem aan de muur is beves­tigd. Het zijn zul­ke details die ik waardeer.

Lang bleef ik han­gen bij de vol­gen­de passage:

„Het vro­lij­ke meis­je bleek tot haar schrik gebo­ren te zijn in een streng gere­for­meerd mili­eu”. Hij heeft ’m zomaar opge­schre­ven, zon­der gedach­ten voor­af, omdat hij zijn ZKV’s tegen­woor­dig schrijft vol­gens een nieuw pro­ce­dé: de min of meer wil­le­keu­ri­ge eer­ste zin trekt de rest van het stuk­je voort. „De eer­ste zin moet alles baren”, zegt hij van­uit de open keu­ken. „Ik bedoel daar­mee dat ik nog geen idee heb waar dat stuk­je over moet gaan. Ik wil alleen de eer­ste zin heb­ben en die moet het doen voor de rest.

Het was een pro­ce­dé dat ik jaren gele­den gebruik­te om mijn blog­posts te schrij­ven. Blijk­baar had ik toen de ruim­te in mijn hoofd om een hele dag te kun­nen kau­wen op zo’n eer­ste zin die zich vaak al ergens in de och­tend aan mij opdrong en alleen maar aan­ge­scherpt hoef­de te wor­den tot­dat hij klaar was om als start­sein te die­nen voor de rest van een ver­tel­sel dat zich van­zelf zou vor­men. Hoe, dat was bij mij ook niet bekend. Wel wist ik onge­veer waar­over het zou moe­ten gaan. De pre­cie­ze uit­wer­king werd pas dui­de­lijk op het moment dat ik begon met schrijven.

Al jaren komt er geen eer­ste zin meer in mij op. Of mis­schien is dat toch nog steeds het geval maar her­ken ik het niet als zoda­nig. Reser­veer ik er geen tijd meer voor om ‘m te laten rij­pen gedu­ren­de de dag. Omdat ik zoge­naamd te druk ben met ande­re, meer belang­rij­ke zaken. Ik weet het niet. Wel dat ik het mis. Zal het me luk­ken om me ooit nog eens opnieuw hier­voor open te stel­len? Ont­van­ke­lijk te zijn voor die toe­val­li­ge woor­den die aan komen waai­en zon­der dat ze als zoda­nig te her­ken­nen zijn om later gebruikt te kun­nen wor­den voor het begin van een blogpost?


Reacties

  1. Jolka

    .. hier even­zo.. mijn zin ‘een dag niet geschre­ven is een dag niet geleefd’ doet haast ver­moe­den dat ik mors­dood ben..

    1. Peter Pellenaars

      ‘Een dag niet geschre­ven is een dag niet geschre­ven.’ That’s all folks.