Zwerfkittens

Vori­ge week dacht I een rat te heb­ben gezien. Eer­der had zij al enke­le poep­jes op het erf ach­ter gevon­den die ver­dacht veel leken op de ont­las­ting van een rat. (Ja, inder­daad, een rat voor de zoveel­ste keer.) Toch maar even de gemeen­te gebeld en en dag later ston­den twee hand­ha­vers op de stoep die ech­ter niets kon­den vin­den. Indien we meer bewijs­last had­den of een idee waar ze zich ver­stopt kon­den heb­ben moch­ten we opnieuw bel­len en dan zou­den ze komen om een of meer­de­re val­len te zetten.

Van­och­tend riep I of ik snel naar bui­ten kon komen. Het klonk of ze iets span­nends had mee­ge­maakt. Mis­schien, zo dacht ik, heeft ze gevon­den waar de rat­ten zich schuil­hou­den omdat ze bezig was een groot stuk grond­be­dek­ker in de tuin te ver­wij­de­ren. Ik maak­te dus haast om naar haar toe te gaan, was op het erg­ste voor­be­reid en nam daar­om ook gelijk mijn mobiel­tje mee om foto’s te maken en 112 te bellen.

Ze stond bij het ach­ter­ste en open gedeel­te van de schuur. Gis­ter had­den we hier nog een kijk­je geno­men met de aan­ne­mer omdat we de plan­nen om dit stuk dicht te laten maken weer opge­pakt had­den nu ik na mijn lies­breuk­ope­ra­tie weer lang­zaam aan wat kan doen in en rond het huis. In de eer­ste week van sep­tem­ber komen ze beton stor­ten en voor die tijd moe­ten we alles onder de kap oprui­men, de ste­nen ver­wij­de­ren en een paar cen­ti­mer zand afgraven. 

Het kon toch niet zo zijn dat I nu ineens met stel en sprong hier­mee wil­de star­ten? Als­of het niet een dag kon wach­ten. Vra­gend keek ik haar ter­wijl ze bij de groe­ne zak­ken voor blad- en ander tuin­af­val bleef staan en met een lich­te bewe­ging van haar hoofd mij op een spe­cie­ke zak in het bij­zon­der attendeerde.

Rat­ten?

Nee, was haar ant­woord. Katten.

De zwerf­poes Mies die al twee jaar bezig is om in haar een­tje te over­le­ven (hier­in gesteund door het voed­sel wat we haar regel­ma­tig voor­scho­te­len) was een twee­de keer zwan­ger geraakt op jeug­di­ge leef­tijd zo had­den wij niet lang gele­den gecon­sta­teerd. Maar plots was zij van haar dik­ke buik ver­lost zon­der dat we kon­den ont­dek­ken waar ze haar kit­tens ter wereld had gebracht. De eer­ste keer beweer­den de werk­lui van de gemeen­te­werf ach­ter ons huis dat ze de kit­tens ver­zo­pen had­den, maar dit­maal had­den ook zij niets gezien. I had het ver­moe­den dat ze ergens haar kroost goed had ver­stopt omdat haar tepels zo groot als uiers onder haar buik zwen­gel­den. Nu weten we dus ook waar ze dit heeft gedaan. Niet veel later kwam ze zelf even aan de ach­ter­deur waar­schu­wen dat we in het ver­volg een beet­je uit de buurt van haar kin­ders moe­ten blij­ven maar dat we haar gerust moch­ten blij­ven voe­de­ren. No hard feelings.