Om te kotsen

Voor­dat ik het gras ach­ter ga maai­en ver­wij­der ik eerst onder de treug­wilg het mees­te van de tak­jes die daar lig­gen. Met de dro­ge zomer en de har­de wind van de laat­ste dagen is dit nodig omdat anders het mes van de gras­maai­er iets te snel slijt. En een bot mes daar heb ik niets aan. Dat maait niet fijn.

Tus­sen de tak­jes zag ik enke­le zwar­te bol­le­tjes lig­gen. Eerst dacht ik dat het ont­las­ting was van de zwerf­kat­ten die de omge­ving vei­lig maken. Maar nade­re bestu­de­ring leer­de dat braak­bal­len of uilen­bal­len waren. Inder­daad, aller­lei onver­teer­baar spul dat de uil na zijn maal­tijd opspaart en op z’n tijd uitkotst. 

Het slech­te nieuws is dat ons gazon als kots­plaats wordt gebruikt. Het goe­de nieuws is dat we een of meer­der uilen in onze tuin (op bezoek) heb­ben (gehad). Nu is het zaak om die waan­zin­nig mooie bees­ten pro­be­ren te spot­ten. En nog mooi­er, op de gevoe­li­ge plaat te krijgen.