Zondag, 26 januari 2020

Onder­steu­nend leeswerk

Gis­ter schreef ik dat ik me niet kon her­in­ne­ren ooit iets van Louis Cou­pe­rus gele­zen te heb­ben. Dat denk ik nog steeds. In mijn boe­ken­kast heb ik wel­ge­teld één boek staan van deze veel­schrij­ver: Eli­ne Vere.

Tij­dens het door­ne­men van het stu­die­ma­te­ri­aal bij de Ori­ën­ta­tie­cur­sus cul­tuur­we­ten­schap­pen zag ik dat er van­zelf­spre­kend veel ver­we­zen wordt naar aller­lei bron­nen uit het betref­fen­de tijd­vak (in dit geval de jaren rond­om 1900). Het lijkt me leuk (voor zover ik er vol­doen­de tijd voor heb) om naast het ver­plich­te stu­die­ma­te­ri­aal regel­ma­tig een roman te lezen waar­naar gere­fe­reerd wordt. Zeker omdat bij cul­tuur­we­ten­schap­pen let­ter­kun­de een van de vier dis­ci­pli­nes vormt (naast filo­so­fie, kunst­ge­schie­de­nis en cul­tuur­ge­schie­de­nis) kan dat hele­maal geen kwaad.

In het gedeel­te waar de let­ter­kun­de cen­traal staat bla­der ik door de ver­wij­zin­gen naar Neder­land­se lite­ra­tuur. Mijn voor­keur blijft bij Cou­pe­rus. Ik twij­fel tus­sen drie boeken:

  • Eli­ne Vere
  • Meta­mor­fo­ze
  • De stil­le kracht

Omdat de laat­ste twee genoem­de boe­ken uit­ge­breid terug­ko­men in ver­schil­len­de arti­ke­len in de rea­der valt Eli­ne Vere voor­lo­pig af. Na wat wik­ken en wegen besluit ik toch voor De stil­le kracht te gaan. Het the­ma van de Oos­ter­se mys­tiek en hoe de ‘nuch­te­re’ Hol­lan­der als kolo­ni­aal heer­ser in voor­ma­lig Neder­lands-Indië zich ver­houdt tot (en ver­mengt met) de plaat­se­lij­ke bevol­king spreekt mij het mees­te aan. Nu alleen het boek op de kop zien te tikken. 

Geef een antwoord