20200317 — Leven in tijden van Corona

Een twee­de dag wer­kend van huis. Geen noe­mens­waar­dig ver­schil met het wer­ken op kan­toor. Op acht uur zat ik al in een con­fe­ren­ce call met de collega’s uit Chi­na die een demo ver­zorg­den over het gebruik van een vir­tu­al rea­li­ty bril voor klant inspec­ties op afstand. Daar­na had ik een half uur­tje beschik­baar om aan wat taken te wer­ken voor­dat de vol­gen­de call zou begin­nen. En zo ging het de gehe­le dag door. Zoals gezegd, geen ver­schil met een nor­ma­le ‘day at the office’.

Rond zes uur ’s avonds was ik klaar en dan is er natuur­lijk het gro­te voor­deel van thuis­wer­ken, je hoeft je geen zor­gen te maken over het ver­keer op de weg. Ten eer­ste is er van­daag de dag wei­nig ver­keer op de weg, maar ten twee­de hoef je natuur­lijk hele­maal niet de weg op als je kan­toor aan huis is. Dat scheelt een hoop tijd (ook ’s och­tends) die ik nu kan gebrui­ken om iets eer­der na het eten aan het dage­lijks stu­de­ren te besteden. 

Qua gezond­heid ben ik nog steeds een beet­je aan het hoes­ten (en af en toe wat nie­zen) maar daar blijft het voor­als­nog bij. Geen koorts, keel­pijn of kort­a­de­mig­heid). Inge stond van­och­tend op met ook wat vage klach­ten maar het lijkt of die in de loop van de dag weer verdwenen. 

Omdat we wat afge­le­gen wonen is het nor­maal gespro­ken al niet erg druk in de buurt en ook nu zie je niet veel men­sen voor­bij komen. Een inci­den­te­le auto of bedrijfs­bus­je en aan de over­kant van de Lin­ge wat fiet­sers en soms een hard­lo­per of skee­ler. Dat is het wel. Wat opvalt is dat de wei­ni­ge wan­de­laars die we zien vaak in klei­ne groep­jes zijn maar niet echt afstand van elkaar hou­den. Ze zul­len wel weten wat ze doen.

Ik heb de oproep gezien om van­avond om acht uur zo’n drie minu­ten aan een stuk te klap­pen voor de men­sen die in de zorg werk­zaam zijn. Een sym­pa­thiek gebaar waar wij hier ook aan mee zul­len doen zon­der het ver­der vast te leg­gen op foto of video en het ver­vol­gens te delen op soci­al media. Dat vind ik dan weer wat overdreven. 

Dat het leven pie­pend en kra­kend tot stil­stand komt is hier nog niet echt merk­baar. Zoals gezegd is het hier nor­maal gespro­ken al erg rus­tig dus we krij­gen er niet zo heel veel van mee. Alleen als we in het dorp moe­ten zijn voor bood­schap­pen zien we dat een hoop win­kels geslo­ten zijn en dat de stra­ten gro­ten­deels ver­la­ten zijn. Op het indu­strie­ter­rein hier nabij zal het ook wel een kwes­tie van dagen zijn voor­dat de mees­te bedrij­ven alleen nog maar de nood­za­ke­lij­ke acti­vi­tei­ten uit­voe­ren zolang er ten­min­ste vol­doen­de arbeids­krach­ten beschik­baar zijn. Heel onwer­ke­lijk allemaal.

In de pau­zes die ik mezelf gun ga ik naar bui­ten met een kop kof­fie of thee en iets te eten. Daar­na loop ik enke­le rond­jes door de tuin voor de brood­no­di­ge lichaams­be­we­ging. Van­daag kreeg ik ein­de­lijk de kans om een fat­soen­lij­ke reeks foto’s te schie­ten van de tjif­tjaf die al een tijd­je te horen was maar zich al die tijd voor ons ver­bor­gen hield. Weer een­tje om aan de ver­za­me­ling toe te voegen.