20200326 — Leven in tijden van Corona

Het is nog vroeg. Na de bees­ten­boel van ont­bijt te heb­ben voor­zien neem ik zelf even de tijd om onder het genot van een kop kof­fie door het nieuws te scrol­len. Natuur­lijk is dat voor­na­me­lijk gekleurd door het coro­na­vi­rus. Op de NOS site lees ik het volgende:

Kim Put­ters, direc­teur van het Soci­aal en Cul­tu­reel Plan­bu­reau (SCP), zei gis­ter­avond in Nieuw­suur dat het belang­rijk om nu al na te den­ken over hoe onze samen­le­ving eruit komt te zien na coro­na. Het SCP doet onder­zoek naar maat­schap­pe­lij­ke ont­wik­ke­lin­gen en het wel­zijn van men­sen.
Put­ters zegt dat de corona­cri­sis onze samen­le­ving in de kern raakt. “Men­sen wil­len elkaar nu hel­pen en er ont­staan aller­lei nieu­we ini­ti­a­tie­ven. Bij veel men­sen brengt dit een reflec­tie teweeg: we moe­ten dit samen­wer­ken vast­hou­den. Maar: hou­den we dat vol als we straks weer in druk­ke banen zitten?”

Bron: NOS 25 maart 2020

Ik lees de laat­ste zin nog eens lang­zaam over. “Maar: hou­den we dat vol als we straks weer in druk­ke banen zitten?”

Druk­ke banen. Straks.

Dan sluit ik het live­blog en stap op mijn vir­tu­e­le fiets. Rich­ting kan­toor. Waar het van­daag lek­ker rus­tig is voor­dat we het straks na de corona­cri­sis weer druk gaan krijgen…

Ik heb dan wel­is­waar geen baan die geclas­si­fi­ceerd wordt als een vitaal beroep, maar het wil in mijn geval niet zeg­gen dat ik het daar­om rus­tig heb gekre­gen nu we nood­ge­dwon­gen van­uit huis kun­nen wer­ken. En dat zal voor velen onder ons niet anders zijn. Het boven­staan­de citaat geeft me daar­om een wat nare nasmaak. 

Het is die nadruk op dat we elkaar wil­len hel­pen. Ja, dat wil ik ook. Wie niet? En doe ik ook vol­gens mij. Maar dan door vol­op mee te blij­ven draai­en in de acti­vi­tei­ten van het bedrijf waar ik werk­zaam ben. Want de pro­duc­ten en de dienst­ver­le­ning van ons bedrijf leve­ren een belang­rij­ke bij­dra­ge aan sec­to­ren die ver­ant­woor­de­lijk zijn voor onder ande­re voed­sel, ener­gie en medi­cij­nen. Dat ik meer zou wil­len doen naast mijn werk staat boven kijf. Voor­lo­pig gaat ech­ter al mijn ener­gie naar mijn momen­teel schijn­baar niet zo druk­ke baan.

Ver­der gaat zo’n gene­ra­li­se­ren­de uit­spraak ook voor­bij aan het feit dat veel men­sen nu thuis zit­ten met mis­schien min­der werk­ge­re­la­teer­de acti­vi­tei­ten, maar dat wil nog steeds niet zeg­gen dat ze daar­om ineens de han­den vrij heb­ben om ande­ren te gaan hel­pen. Iede­re indi­vi­du­e­le situ­a­tie is anders. Mis­schien had je geen baan voor­dat de semi-lock­down inging en ga je aldus ook niet terug naar een leven met baan nadat we meer naar bui­ten mogen. 

En zo mij­mer­de ik ver­der tij­dens het fiet­sen en voor­at ik het wist was ik op de plaats van bestem­ming en stap­te van mijn home­trai­ner om een dag­je lek­ker te gaan ont­span­nen en elkaar te hel­pen nietwaar. 

~ ~ ~


Reacties

  1. Elja

    Ik heb het tegen­over­ge­stel­de: ik heb niets meer te doen. En hoop natuur­lijk dat ik het in de twee­de helft van het jaar extra druk krijg. 

    Ik twij­fel of we dit gevoel van saam­ho­rig­heid vast gaan hou­den, min­der gaan vlie­gen, etc. … 

    Wat me wel opvalt aan zo’n druk sche­ma als het jou­we is dat het er van uit­gaat dat jij en je collega’s gewoon kun­nen wer­ken. Ik kan inmid­dels uit erva­ring zeg­gen dat als je ook nog kin­de­ren thuis hebt die thuis school heb­ben, wer­ken een onmo­ge­lijk­heid begint te worden. 

    We pro­be­ren hier thuis mijn man gewoon door te laten wer­ken zodat ik me met de kids kan bemoei­en. En we heb­ben de maz­zel dat een van onze kin­de­ren nog naar school mag, van­we­ge zijn omstan­dig­he­den. Ver­der is het onge­lo­fe­lijk stress­vol en inten­sief om ze aan het werk te houden. 

    Het is me wel dui­de­lijk dat het voor heel veel men­sen een stress­vol­le situ­a­tie is maat voor ieder­een om ande­re rede­nen. Omdat ze geen werk meer heb­ben of juist nog wel, omdat ze bang zijn ziek te wor­den, omdat ze thuis moe­ten wer­ken ter­wijl ze daar niet van hou­den, omdat ze opeens ande­re schema’s heb­ben, omdat ze hun kin­de­ren opeens thuis heb­ben, omdat ze opeens boven­op hun echt­ge­no­ten of ouders zit­ten en daar gek van wor­den, omdat ze niet weten of hun eind­exa­mens door gaan … omdat ze hele­maal alleen zijn … 

    We zul­len zien wat het met ons doet als maatschappij…

    1. Peter Pellenaars

      Bij Inge zie ik ook dat veel van haar trai­nin­gen en cur­sus­sen die ze ver­zorgd door­ge­scho­ven wor­den naar later dit jaar. Alles natuur­lijk met de ver­wach­ting dat rond die tijd weer veel bij het oude is. Maar dan moet je als zelf­stan­di­ge ook de buf­fer heb­ben om het tot die tijd uit te zin­gen. Wat natuur­lijk ook geldt voor de opdrachtgever(s). Als die fail­liet gaan dan ver­dwij­nen daar­mee tevens de poten­ti­ë­le opdrach­ten. Het blijft kof­fie­dik kij­ken hoe de wereld eruit­ziet als we weer als samen­le­ving mas­saal onze hui­zen ver­la­ten en naar bui­ten gaan.

      Voor wat betreft het thuis­wer­ken noem je een heel vali­de punt. Het is hele­maal niet van­zelf­spre­kend nu je gedwon­gen thuis bent je onge­stoord van­uit huis kunt wer­ken. Al die pun­ten die je aan­haalt zijn vali­de en iede­re situ­a­tie op zich is uniek. Een hoop mee­tings wor­den er op dezelf­de manier ‘inge­gooid’ als voor­heen, met het gro­te ver­schil dat we nu regel­ma­tig mer­ken dat een aan­tal collega’s er niet of slechts gedeel­te­lijk bij kun­nen zijn. Of hal­ver­we­ge de call afha­ken omdat er in huis iets voor­valt waar­door ze call niet kun­nen voort­zet­ten. Daar moe­ten we met z’n allen nog aan wennen. 

      Het raakt wel aan mijn kri­tiek op die uit­spraak van elkaar nu wil­len hel­pen en later weer een druk­ke baan heb­ben. Dat is veel te gene­ra­li­se­rend. Lang niet ieder­een kan hel­pen, hoe graag ze ook zou­den wil­len. En lang niet ieder­een kan straks (weer) terug naar een (druk­ke) baan. Hoe lan­ger dit duurt hoe min­der van­zelf­spre­kend dat laat­ste zal zijn.

  2. Arjen Boswijk

    Leven in tij­den van corona

    We waren zo leek het
    ner­gens meer maar
    wacht­ten samen in stilte
    gedul­dig op een nieu­we tijd
    zon­der een overdaad
    aan treu­rig toiletpapier
    en haas­tig geoog­ste groente

    We was­sen onze handen
    secon­den­lang in onschuld
    voor en na het bezoek aan een geliefde,
    zwaai­den op fysie­ke afstand
    vol dis­tan­tie om het virus
    geen klei­ne kans te geven
    op beloof­de koorts en rau­we keelpijn

    We begra­ven elkaar nu eenzamer
    dan we eens leefden
    en wan­neer we gaan trouwen
    trou­wen we samen
    om samen in een ziek bed te wachten
    op de gezon­de wereld van morgen

    En nie­mand wil van­daag een ander vergeten
    en nie­mand zal later nog weten
    wat de wer­ke­lij­ke afstand is geweest
    tus­sen jou en mij

    Arjen Bos­wijk, 24 maart 2020