MvdG: ‘Blankieljes’ als slavenloon

Gra­vu­re door K. van Vuuren (1751) — Col­lec­tie Neder­lands Insti­tuut voor Mili­tai­re Historie

Het arti­kel over de Gel­der­se Dami­aan Hugo Sta­ring dat ik van­daag lees op de site van de Maand van de Geschie­de­nis (ik ben boven­aan begon­nen bij de arti­ke­len beho­rend bij het the­ma van 2020 en ga van links naar rechts en ver­vol­gens een ‘regel’ naar bene­den en dan weer van links naar rechts) ver­wijst me opnieuw door naar de site van Erf­goed­fes­ti­val om het arti­kel in z’n geheel te lezen. 

Omdat ik nieuws­gie­rig was gewor­den naar de weder­waar­dig­he­den van deze 15-jari­ge adel­borst die tij­dens zijn eer­ste zee­reis na een schip­breuk tot slaaf gemaakt wordt in Marok­ko klik ik van­zelf­spre­kend door. Ik wil wat meer weten over de munt­jes die dien­den als sla­ven­loon en wat de sla­ven­ar­beid pre­cies inhield. Bij het arti­kel op Erf­goed­fes­ti­val staan wel de twee munt­jes afge­beeld, maar ver­der geen aan­vul­len­de infor­ma­tie over de peri­o­de dat Sta­ring slaaf was. Jammer.

Onder­aan het arti­kel zie ik een vol­gen­de link. Dit­maal naar mijn­Gel­der­land. Ook hier klik ik op en krijg voor de der­de keer het­zelf­de arti­kel voorgeschoteld:

Omdat ik op de site van mijn­Gel­der­land in eer­ste instan­tie dacht dat ik hier dus opnieuw het­zelf­de arti­kel te lezen kreeg scrol­de ik er vluch­tig door­heen. Het ver­schil zat ‘m in de voet­no­ten en bron­ver­mel­ding. Maar dan valt me nog iets op. Het arti­kel is deel een van twee delen. Ik klik door naar het twee­de deel:

En dan wordt mijn nieuws­gie­rig­heid als­nog bevredigd. 

De schip­breu­ke­lin­gen wor­den gevan­gen­ge­no­men en over­ge­dra­gen aan de gou­ver­neur van Tétou­an, Sidi Moha­met Lucas. Hier wordt de beman­ning onder­gronds opge­slo­ten en “daag­e­lijks aan een zeer zwaar werk gezet”. 

Later ‘ver­hui­zen’ ze naar Fez wan­neer onder­han­de­lings­po­gin­gen om hen vrij te kopen mis­luk­ken en krijg ik weer wat meer info te lezen over de ach­ter­grond van de munt­jes en het soort werk dat ze moesten verrichten.

In Fez leven op dat moment nog 135 ande­re Neder­land­se slaaf­ge­maak­ten, som­mi­gen al ruim twin­tig jaar. De nieu­we groep wordt opnieuw inge­zet bij graaf- en bouw­werk­zaam­he­den, waar­bij kapi­tein Steenis als opzich­ter over de Neder­land­se sla­ven was aan­ge­steld. Iede­re nieu­we maan ont­van­gen zij 30 ‘blan­kiel­jes’, klei­ne zil­ve­ren munt­jes, als sla­ven­loon om daar­mee zelf in hun onder­houd te voor­zien. Dami­aan Hugo Sta­ring heeft twee van deze munt­stuk­jes altijd bewaard. 

De munt­jes zijn nog altijd in het bezit van de fami­lie Staring.

~ ~ ~ 

In okto­ber schrijf ik regel­ma­tig een blog­post naar aan­lei­ding van de arti­ke­len op de site van de Maand van de Geschie­de­nis rond het the­ma van 2020: Oost/West.