Maandag, 4 januari 2021

Een nieuw werk­jaar:
Na de laat­ste dag van de kerst­va­kan­tie was het van­daag de eer­ste werk­dag van het nieu­we jaar. Voor de ver­an­de­ring geen geza­men­lijk nieuw­jaars­ont­bijt (zelfs niet vir­tu­eel) en niet voor de ver­an­de­ring van­uit huis in mijn inmid­dels ver­trouw­de stu­deer­ka­mer die ik tij­dens de afge­lo­pen vrije dagen opnieuw heb inge­richt om beter de balans tus­sen werk en pri­vé in deze ruim­te te kun­nen bewa­ren. Ik had nog­al de nei­ging om con­ti­nu onli­ne te blij­ven voor het werk wat soms ten kos­te ging van de niet werk­ge­re­la­teer­de zaken die ik ook wil/moet doen. Eens kiji­ken of me dat nu beter gaat lukken. 

Het was in iede­re geval een lan­ge dag en het kost­te me wat moei­te om er weer hele­maal in te komen. De ‘gre­at reset’ gedu­ren­de de vakan­tie­pe­ri­o­de had z’n werk goed gedaan. Op ’t eind van de werk­dag nam ik uit­ge­breid de tijd om het avond­eten te berei­den. Sinds we een abon­ne­ment heb­ben geno­men op Hel­lo Fresh heb ik de ‘smaak van het koken’ te pak­ken gekre­gen. Ik ben er niet goed in, maar met de sim­pe­le en dui­de­lijk omschre­ven recep­ten lukt het zelfs mij om een fat­soen­lij­ke maal­tijd te ser­ve­ren. De tijd die ik nor­maal kwijt ben aan woon-werk­ver­keer sta ik nu in de keu­ken. En Inge zag dat het goed was. 

Lezen — Fic­tie: 
The handmaid’s tale, Mar­ga­ret Atwood (blz. 303–326): Offred heeft een ont­moe­ting met de vrouw des hui­zes die onge­dul­dig begint te worden.

‘Nothing yet?‘
I know what she’s tal­king about. The­re are not that many sub­jects that could be spo­ken about, bet­ween us; there’s not much com­mon ground, except this one mys­te­rious and chan­cy thing.
‘No,’ I say. ‘Nothing.’
‘Too bad,’ she says. It’s hard to ima­gi­ne her with a baby. But the Mart­has would take care of it most­ly.
She’d like me preg­nant though, over and done with and out of the way, no more humi­li­a­ting swea­ty tang­les, no more fle­sh tri­ang­les under her star­ry cano­py of sil­ver flo­wers. Pea­ce and qui­et. I can’t ima­gi­ne she’d want such good luck, for me, for any other rea­son.
‘Your time’s run­ning out,’ she says. Not a ques­ti­on, a mat­ter of fact.

blz. 313–314