Pre-boekenweek aankopen en Laocoön

De loka­le boek­han­del stuur­de me een bericht­je dat mijn bestel­ling klaar lag om opge­haald te wor­den. Op het eind van de dag was ik aldus twee boe­ken rij­ker: Wolf Hall van Hila­ry Man­tel en Stem­vor­ken van A.F.Th. van der Heij­den. Bei­de boe­ken had ik een week eer­der besteld toen ik ein­de­lijk weer eens fysiek de boek­han­del kon betre­den. Ik was er om een cadeau­bon te kopen maar kon het van­zelf­spre­kend niet laten om ook wat voor mij­zelf uit te zoeken. 

Het boek van Man­tel had ik al op mijn lijst en door de gedwon­gen dvd-ses­sie van enke­le weken gele­den (de glas­ve­zel­ka­bel was tij­dens werk­zaam­he­den kapot­ge­trok­ken) waar­bij Wolf Hall ook aan bod kwam besloot ik het boek nu aan te schaf­fen. Wat betreft A.F.Th. van der Heij­den werd ik getrig­ge­red omdat ik er al een voor­aan­kon­di­ging van voor­bij had zien komen. Het is een zoveel­ste deel in de Tan­de­lo­ze Tijd cyclus waar­van ik vol­gens mij alle delen in bezit heb maar niet alle­maal gele­zen heb. Die ach­ter­stand wordt dus gro­ter vandaag. 

Op Nieuw­suur was van­daag aan­dacht voor A.F.Th. van der Heij­den naar aan­lei­ding van de publi­ca­tie van Stem­vor­ken => A.F.Th. van der Heij­den zweef­de tus­sen leven en dood in aan­loop naar nieuw boek. Ik had het eer­lijk gezegd niet mee­ge­kre­gen dat het zo slecht met zijn gezond­heid gesteld was. Gezien de immen­se taak die hij zich­zelf gesteld heeft om nog vele romans als onder­deel van de Tan­de­lo­ze Tijd en Homo Duplex cycli uit te bren­gen mag ik hopen dat hij goed voor zich­zelf blijft zorgen.


Cul­tuur­we­ten­schap­pen:
De list van de Grie­ken om het tien jaar durend beleg van Tro­je in hun voor­deel te doen beslech­ten was bij­na mis­lukt. Lao­co­ön, pries­ter van Apol­lo had het ver­moe­den dat er iets niet in de haak was met gro­te hou­ten paard dat de Grie­ken had­den ach­ter­ge­la­ten nadat ze zoge­naamd het beleg had­den opge­ge­ven en de waren ver­trok­ken. Voor­dat hij ech­ter de bur­gers van Tro­je kan waar­schu­wen het gevaar­te niet bin­nen de stads­mu­ren te halen wor­den hij en zijn twee zonen gedood door twee zeeslangen.

We ken­nen deze gebeur­te­nis door­dat het in detail is opge­te­kend door Ver­gi­li­us in zijn Aeneïs uit de 1ste eeuw v.Chr. (boek 2, vers 199–277). De ver­beel­ding ervan in mar­mer is in stuk­ken gevon­den in 1506 op de Oppi­us­heu­vel in Rome. Maker(s) en date­ring zijn onbe­kend. Er is ook one­nig­heid onder des­kun­di­gen of de oud­ste zoon aan de rech­ter­kant later is toe­ge­voegd. Qua stijl zijn er ver­schil­len aan te wij­zen. Waar­schijn­lijk is er ooit voor geko­zen om het beeld­houw­werk meer in over­een­stem­ming te bren­gen met het ver­haal in Aneïs omdat daar gespro­ken wordt over twee zonen.

Lao­co­ön, laat 1ste eeuw v.Chr.-vroeg 1ste eeuw n.Chr. — Age­san­der, Poly­dorus en Atha­no­dorus (?)
mar­mer, 189 cm hoog

Toen op 21 mei:
2020 — Ik was niet ver­baasd.
2019 — Ik zat plot­se­ling zon­der con­sul­tant.
2015 — Ik kreeg bezoek van een nieu­we mon­teur.
2014 — Ik had een geheim.
2011 — Ik was aan het ein­de der tijden.


Geef een antwoord