Maandag, 10 januari 2022

Een lan­ge werk­dag van­daag. Zeven uur ’s och­tends begon­nen aan de dage­lijk­se rap­por­ta­ges en al snel gevolgd door de eer­ste mee­tings. Tegen zeven uur ’s avonds de laat­ste video­call afge­slo­ten. Gedu­ren­de de dag slechts twee­maal de kans om even lan­ger dan vijf minu­ten de benen te strek­ken en iets te eten. Het avond­eten stond geluk­kig al klaar. De rest van de avond niet veel bij­zon­ders meer gedaan. Voor­na­me­lijk wat gele­zen. Ik wil­de nog wat aan de lite­ra­tuur­lijst gaan wer­ken maar dat is er niet meer van gekomen.

Gene­sis 14

Abram en Melchisedek

In de tijd dat Lot in Sodom woon­de brak er een oor­log uit tus­sen ver­schil­len­de konin­gen. Het kamp waar­in de koning van Sodom mee­streed moest het onder­spit del­ven en de over­win­naars namen vele bezit­tin­gen en gevan­gen mee, waar­on­der Lot. Dit kwam Abram ter ore. Hij aar­zel­de niet de ach­ter­vol­ging in te zet­ten met een inder­haast opge­trom­mel­de groep fami­lie­le­den om zijn neef te bevrij­den. Dit luk­te won­der­wel door bij nacht van­uit ver­schil­len­de kan­ten toe te slaan. Zo wis­ten zij niet alleen Lot uit han­den van de ver­o­ve­raars te krij­gen, maar boven­dien ook alle buit­ge­maak­te bezit­tin­gen te heroveren.

Bij de terug­komst van Abram wer­den ze ver­wel­komd door koning Bera van Sodom en Mel­chi­se­dek, de koning van Salem. Deze laat­ste ‘was een pries­ter van God, de Aller­hoog­ste, en sprak een zegen over Abram uit’. Op de ges­te van Bera dat hij de bezit­tin­gen mocht hou­den als hij maar de men­sen van Sodom terug­gaf, gaf Abram als ant­woord dat hij een ver­goe­ding voor wat zijn die­na­ren ver­bruikt had­den meer dan vol­doen­de was.

Over de figuur van Mel­chi­se­dek is veel ondui­de­lijk­heid. Naar wel­ke God, de Aller­hoog­ste wordt bij­voor­beeld ver­we­zen? En is Salem het­zelf­de als Jeru­za­lem? Ook wordt geop­perd dat Mel­chi­se­dek een­zelf­de per­soon zou kun­nen zijn als Sem, de zoon van Noach. 

Abram en Mel­chi­se­dek (datum ?), Gio­van­ni Bat­ti­s­ta Fran­co (1540–1550)

Omdat ik tij­dens de stu­die Alge­me­ne cul­tuur­we­ten­schap­pen regel­ma­tig merk dat eni­ge bij­bel­ken­nis wel han­dig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boe­ken’ begonnen.