De zonen van Jakob nemen wraak — Genesis 34

Omdat ik tij­dens de stu­die Alge­me­ne cul­tuur­we­ten­schap­pen regel­ma­tig merk dat eni­ge bij­bel­ken­nis wel han­dig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boe­ken’ begonnen.

Gene­sis 34

Wat ik eer­der schreef dat Sichem een stad in Kanaän was, blijkt niet hele­maal cor­rect te zijn. Sichem is ook de naam van een van de vele zonen van Cha­mor. Jakob kocht het land waar­op hij zich met zijn gevolg ves­tig­de van deze zonen. Op een dag ging een van zijn doch­ters op onder­zoek uit naar de meis­jes die in de omge­ving woon­den. Het was Dina, een kind van Jakob bij zijn vrouw Lea. In plaats dat zij een ont­moe­ting had met leef­tijd­ge­no­ten werd zij ech­ter opge­merkt door Sichem die haar over­wel­dig­de en verkrachtte. 

Hier­na ging hij bij zijn vader langs om hem te vra­gen of deze niet kon bemid­de­len zodat hij Dina als vrouw kon nemen, want hij was ver­liefd gewor­den op haar. Samen gin­gen ze naar Jakob, die al die tijd niets had onder­no­men want zijn zonen waren afwe­zig. Tegen de tijd dat Cha­mor en Sichem bij Jakob kwa­men waren zijn zonen ook gear­ri­veerd. De onder­han­de­lin­gen kon­den beginnen.

Het voor­stel van Cha­mor was dat niet alleen Sichem Dina tot vrouw zou nemen, maar dat alle doch­ters van Jakob uit­ge­hu­we­lijkt kon­den wor­den aan de zonen van Cha­mor. En boven­dien moch­ten de zonen van Jakob de doch­ters van Cha­mor huwen. Een mooie deal. Maar of de doch­ters in kwes­tie, en Dina in het bij­zon­der hier ook zo over dach­ten, wordt niet vermeld.

Het kamp van Jakob had ech­ter wel een voor­waar­de. Alle man­ne­lij­ke ver­wan­ten van Cha­mor moesten besne­den wor­den. Alleen dan kon de afspraak door­gaan. Cha­mor stem­de hier­mee in. En zodra zij terug­ge­keerd waren voeg­den zij de daad bij het woord, rie­pen ieder­een bij­een om hen te over­tui­gen dat het een klein offer was om een gro­te buit bin­nen te halen, want de doch­ters van Jakob brach­ten waar­schijn­lijk ook een gro­te bruidschat mee gezien de gro­te hoe­veel­heid vee en goe­de­ren die Jakob bezat. Bin­nen de kort­ste keren was ieder­een besneden.

De zonen van Jakob waren ech­ter niet van plan zich aan de afspraak te hou­den. Ze sloe­gen toe toen Cha­mors man­nen ziek en zwak­jes waren na de besnij­de­nis en brach­ten hen alle­maal om het leven. Dina haal­den ze uit Sichems huis en namen haar mee terug naar Jakob. Maar niet nadat ze ook de alles in de stad geplun­derd had­den, inclu­sief de vrou­wen en kinderen.

Jakob was niet echt blij toen hem ter ore kwam wat zijn zonen uit­ge­haald had­den. Hij ver­weet hen dat een wraak­ac­tie niet kon uit­blij­ven. Zijn zonen ble­ven ech­ter over­tuigd dat ze het gelijk aan hun kant had­den. Zij ant­woord­den of ze dan hun zus­ter als hoer had­den moe­ten laten behandelen.

[bron onbe­kend]