De nakomelingen van Esau — Genesis 36

Omdat ik tij­dens de stu­die Alge­me­ne cul­tuur­we­ten­schap­pen regel­ma­tig merk dat eni­ge bij­bel­ken­nis wel han­dig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boe­ken’ begonnen.

Gene­sis 36

De eer­ste zin luidt: “Dit zijn de nako­me­lin­gen van Esau, ook Edom genoemd.” En ver­vol­gens wor­den al die nako­me­lin­gen daad­wer­ke­lijk tot in detail opge­somd. Een nog­al saai hoofd­stuk dus, af en toe onder­bro­ken met een kor­te anek­do­te, zoals bij Ana, de zoon van Sibon waar ver­meld wordt dat hij de warm­wa­ter­bron­nen in de woes­tijn heeft ont­dekt tij­dens het hoe­den van de ezels.