Omdat ik tijdens de studie Algemene cultuurwetenschappen regelmatig merk dat enige bijbelkennis wel handig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boeken’ begonnen.
Genesis 39
We zijn weer terug bij Jozef, de zoon van Jakob die door zijn broers verkocht is terwijl ze hun vader doen geloven dat Jakob verslonden is door een roofdier. Inmiddels is Jakob in Egypte waar hij als slaaf werkt voor Potifar, een hoveling van de farao en tevens bevelvoerder van zijn lijfwacht.
Met de hulp van de HEER aan zijn zijde verricht Jakob zijn werkzaamheden naar volle tevredenheid van Potifar en krijgt steeds meer verantwoordelijkheden als zijn persoonlijke bediende. Het duurt niet lang of Jozef runt de gehele huishouding.
Nu is het geval dat de vrouw van Potifar — ook hier wordt de naam van de vrouw niet vermeld — zich bijzonder aangetrokken voelt tot Jozef, die knap en aantrekkelijk is. Steeds vaker maakt zij avances richting Jozef die daar niet op in gaat, of het niet doorheeft. Wanneer zij vraagt of Jozef bij haar komt liggen — niet duidelijk is waar zich deze scène afspeelt — geeft Jozef aan dat hij het vertrouwen van zijn meester (en haar echtgenoot) niet kan beschamen.
De vrouw van Potifar laat zich echter niet weerhouden om door te gaan met haar pogingen Jozef in haar bed te krijgen. Het komt zelfs zover dat op een dag wanneer Jozef aan het werk is in het huis en er geen andere bedienden of aanwezigen te bekennen zijn, de vrouw van Potifar van de gelegenheid gebruik maakt om Jozef bij zijn kleren te pakken om hem zo haar bed in te trekken. Met veel moeite weet Jozef zich te bevrijden en vlucht het huis uit, maar wel met achterlating van een kleed dat hij droeg.
Uit op wraak voor deze afwijzing vertelt de vrouw van Potifar eerst aan haar bedienden en later aan haar man dat Jozef (‘die Hebreeuwse slaaf die jij in huis hebt gehaald’) haar had willen overweldigen en dat zij door hard te schreeuwen hem heeft weten te verjagen. Als bewijs laat zij het kleed zien dat Jozef in zijn haast weg te komen zogenaamd had achtergelaten in haar slaapkamer.
Jozef wordt opgepakt en in de gevangenis gezet. Daar wordt hij nog steeds door de HEER geholpen, en ditmaal is het de gevangenbewaarder die daardoor inziet dat hij Jozef goed kan gebruiken om hem te helpen bij het toezicht houden over de gevangenen. Ook nu krijgt hij steeds meer verantwoordelijkheden. Of de gevangenbewaarder een vrouw heeft die net als de vrouw van Potifar zal trachten Jozef in haar bed te krijgen wordt niet vermeld. Misschien later.