Jozef ziet Benjamin — Genesis 43

Omdat ik tij­dens de stu­die Alge­me­ne cul­tuur­we­ten­schap­pen regel­ma­tig merk dat eni­ge bij­bel­ken­nis wel han­dig is, ben ik maar weer eens met dit ‘boek der boe­ken’ begonnen.

Gene­sis 43

Het graan in Kanaän raakt op en Jakob (nu weer onder de naam Isra­ël) ver­zoekt zijn zonen opnieuw naar Egyp­te te rei­zen. Zij geven aan dat de ver­ko­per van het graan (waar­van zij niet weten dat het Jozef, hun broer is) uit­druk­ke­lijk gevraagd heeft om bij een nieuw bezoek hun jong­ste broer Ben­ja­min mee te nemen. Om dat af te dwin­gen heeft hij Sime­on, een van de broers als gij­ze­laar genomen. 

Dit­maal stemt Isra­ël toe. Om Jozef gun­stig te stem­men stelt hij voor geschen­ken mee te nemen, geld voor graan, plus het geld dat ze de vori­ge keer bij hun graan aan­trof­fen. Hier­op gaan de broers, inclu­sief Ben­ja­min op weg naar Egypte.

In Egyp­te aan­ge­ko­men bij de plaats waar het graan ver­kocht wordt, ziet Jozef dat de broers nu Ben­ja­min heb­ben mee­ge­no­men. Hij ver­zoekt zijn hof­mees­ter alles in gereed­heid te maken in zijn paleis voor een maal­tijd en zijn broers daar­voor uit te nodi­gen. De broers zijn er ech­ter niet gerust op wan­neer ze dit te horen krij­gen. Ze ver­moe­den dat ze gestraft zul­len wor­den voor het niet beta­len van het graan en dat ze niet onmid­del­lijk terug­ge­ko­men zijn met Benjamin.

De hof­mees­ter stelt hen ech­ter gerust. Ze hoe­ven niets te vre­zen. Sime­on wordt vrij­ge­la­ten en voegt zich bij het gezel­schap voor de maal­tijd. Als Jozef ook gear­ri­veerd is vraagt hij hen te ver­tel­len hoe het met hen en hun vader gaat. Pas dan ziet hij Ben­ja­min en vraagt of dit hun jong­ste broer is. Bij de beves­ti­ging kan hij zijn emo­ties niet onder­druk­ken en ver­laat snel de ruim­te om zijn tra­nen de vrije loop te laten zon­der dat zijn broers het mer­ken. Voor de dui­de­lijk­heid, Jakob/Israël had twaalf zonen bij ver­schil­len­de vrou­wen. Jozef en Ben­ja­min waren de zonen die Jakob/Israël bij Rachel ver­werkt had.

Jozef ziet zijn broer Ben­ja­min (ca.1770), Georg Bal­t­hasar Probst (1732 — 1801)

Toen hij zich her­steld had kwam hij terug en kon de maal­tijd een aan­vang nemen. De broers kre­gen tot hun ver­ba­zing een plek aan tafel toe­ge­we­zen in volg­or­de van geboor­te. Ieder kreeg opge­schept van de gerech­ten op tafel, maar het was Ben­ja­min die meer dan alle ande­ren kreeg.