Denken doe je zelf

Zelf­den­ker. Dat was het eer­ste woord dat ik deze och­tend hoor­de op de radio in de auto op weg naar de stort­plaats. Het bleek de titel te zijn van een boek over Karel van het Reve geschre­ven door Wil­lem Mel­ching. Maar dan met ‘de’ ervoor. Een mooi woord, zelf­den­ker. De rit naar de stort­plaats neemt slechts enke­le minu­ten in beslag. Veel pik­te ik dus niet op van het inter­view met Mel­ching over zijn boek. Wel net genoeg om een­maal weer thuis de titel op het lijst­je van nog aan te schaf­fen boe­ken te zet­ten. En ver­der bleef dat woord zelf­den­ker de hele dag ergens op de ach­ter­grond aan­we­zig. Ik denk, dus ik besta. Denk je niet altijd zelf? Wat voegt ‘zelf’ toe aan ‘den­ker’? Den­ken we pas zelf als we oor­spron­ke­lij­ke denk­beel­den heb­ben die we in gedach­ten ver­der uit­wer­ken tot iets unieks. Iets (nog) niet eer­der gedacht (door ande­ren)? Een zelf­stan­dig door­den­ken in plaats van het (onbe­wust) over­ne­men van ander­mans denk­werk? Ik vond het moei­lijk en kwam er al zelf­den­kend niet uit.