De open samenleving en haar vijanden – Karl Popper [04]
Deel I De betovering van Plato
p.25: Inleiding
De aantrekkingskracht van een open samenleving, gericht op het consistent hooghouden van fundamentele rechten en ontplooiingsmogelijkheden voor iedereen, moet niet onderschat worden.
p.11 De Groene Amsterdammer 51/52 jaargang 2023, Hard gelag – Tamar de Waal
‘Het leidt tot de simpele conclusie dat liberalen niet kunnen regeren met Geert Wilders’, schrijft hij [Mark Thiessen]. ‘Omdat hij heeft laten zien dat zijn voornaamste aanvallen gericht zijn op de liberalen zelf en de liberale verworvenheden die hun boven alles dierbaar zijn. Op de democratie. Op gelijkheid. Op redelijkheid. Vrijheid. Menslievendheid. Op de open samenleving, die ons zoveel heeft gebracht.’
p.15 De Groene Amsterdammer 51/52 jaargang 2023, Wie wint de liberale stammenstrijd? De VVD op de tweesprong – Coen van de Ven
Popper gaat verder met zijn inleiding door aan te geven dat hij moet constateren dat de opkomst van het totalitarisme niet afdoende verklaard kan worden met behulp van de ‘diverse sociale wetenschappen en sociale filosofieën’. Wat hem opvalt is dat er vaak gesuggereerd wordt dat ‘een zekere vorm van totalitarisme onvermijdelijk is’. Popper wil daar niet in meegaan. In zijn ogen is het veel belangrijker om uit te zoeken of de sociale wetenschappen wel in staat zijn een toekomstbeeld te schetsen dat wetenschappelijk getoetst kan worden. Zijn conclusie is duidelijk: dat kunnen ze niet.
De toekomst hangt van onszelf af en we zijn niet afhankelijk van welke historische noodzakelijkheid dan ook.
p.17
Toch zijn er genoeg sociale filosofieën die het tegendeel beweren. Ze baseren zich op historische wetten die de loop van de geschiedenis bepalen. Deze filosofieën vat Popper samen onder de noemer ‘historicisme’1. Zijn voornaamste verwijt richt zich op het feit dat deze filosofieën zich baseren op een ‘volkomen verkeerd begrip van de wetenschappelijke methode en vooral op een verontachtzaming van het onderscheid tussen wetenschappelijke voorspellingen en historische profetieën. In dit boek zal hij proberen aan te tonen ‘dat die profetische wijsheid schadelijk is’ voor de toepassing van wetenschappelijke methoden.
Tijdens zijn onderzoek naar het historicisme wordt hem tevens duidelijk dat de poging om een profetisch toekomstbeeld te schetsen verschillende functies heeft. Zo wordt het onder andere vaak gevoed door een gevoel van ongenoegen, en een toekomst die probeert te herstellen wat verloren is gegaan geeft hoop aan diegenen die niet kunnen omgaan met de huidige realiteit. Ook kan het vooruitblikken naar een toekomst die alle huidige problemen zal oplossen als bevredigend ervaren worden want je hoeft slechts te wachten tot het zover is.
Maar hoe dan ook zijn deze sociale filosofieën verre van rationeel als je ze wat dieper analyseert. De vraag die dan overblijft is waarom deze sociale filosofieën zo populair zijn en bovendien bijna altijd te hoop lopen tegen het voortschrijdende beschavingsoffensief? Het antwoord dat Popper geeft doet hij zelf af als nogal vaag, maar het moet ‘volstaan voor deze inleiding’. Laat ik er daarom maar mee afsluiten, zodat we kunnen beginnen aan De mythe van de oorsprong en lotsbestemming.
De neiging van het historicisme (en van aanverwante levensbeschouwingen) om de revolte tegen de beschaving te steunen, kan misschien worden toegeschreven aan het feit dat het historicisme zelf in wezen een reactie is op de druk die de beschaving ons oplegt en op de daarmee gepaard gaande persoonlijke verantwoordelijkheid.
p.29
Disclaimer: Ik deel hier mijn leeservaring van het boek en wat ik ervan begrijp. Mijn achtergrond in onderwerpen zoals politieke of sociale wetenschappen en filofosie is minimaal. Dus waarschijnlijk mis ik een hoop en zal mijn duiding op veel plaatsen niet correct zijn. Aarzel niet om het mij in de reacties te laten weten zodat ik een en ander kan aanpassen. Ik wil leren, niet onderwijzen.
- Zie de vorige blogpost over het verschil tussen ‘historisme’ en ‘historicisme’.[↩]
Geef een reactie