
Precies vijf jaar geleden kwam mijn vader te overlijden. Vandaag vind ik mijzelf terug in de kamer waar hij toen enkele dagen later lag opgebaard. Gek genoeg (of niet?) verwacht ik heel even hem te zien bij het binnentreden van de ruimte. De hele setting is exact zoals ik het mij tot in detail herinner (en er veelvuldig over gedroomd heb).
Niet dus. Het is mijn moeder die daar met de handen gevouwen op haar buik in de kist ligt. Een week geleden is ze overleden. In de nacht van donderdag op vrijdag. Drie dagen nadat ze getroffen was door een lichte beroerte. Al die tijd is ze niet meer bij bewustzijn geweest.
Morgen is de crematie. Iemand zei eerder deze week dat ik nu wees ben. Maar zo voelt het niet. Zeker niet nu mijn moeder hooguit een meter van mij vandaan ligt. Weliswaar lijkt ze niet meer echt op mijn moeder. Maar toch.
Er staat koffie en thee klaar. Ik schenk voor ons beiden een kopje koffie in en vraag haar wat ze erin wil.
In het verzorgingshuis waar zij de laatste twee jaar van haar leven doorbracht zat ook een vrouw die ze al jaren kende. Ze waren goede vriendinnen geweest, en hadden ook nog eens dezelfde naam. Nu herkenden ze elkaar niet meer. Maar beiden reageerden vaak tegelijkertijd bij het horen van hun naam. “Annie, wat wil je in de koffie?” Als uit een keel klonk het dan: “Melk en suiker!”
Nu blijft het stil.
Geef een reactie