Het is vreemd als je erover nadenkt. Vandaag is het zondag. Weekend, geen werkdag. Maar ik ben aan het werk. Ik heb mijn inbox geopend met de binnengekomen werkmail van de afgelopen week toen ik een paar dagen vakantie had. Morgen ben ik nog een dag vrij voordat ik dinsdag weer naar kantoor ga. Waarom dan vandaag al aan het werk?
Simpel, op dinsdag heb ik de hele dag vol met vergaderingen gepland staan (omdat ik een korte vakantie had) en ik zal daarom niet veel tijd beschikbaar hebben om mijn achterstallige mail door te nemen en de meest dringende vragen te beantwoorden. Hetzelfde is het geval op woensdag. Dus ik dacht dat het beter was om nu alvast aan mijn achterstand van mails te werken, ook omdat er niemand online is. Want als ik dit op morgen zou doen, zien collega’s dat ik online ben en nemen ze waarschijnlijk contact met me op via de chat of andere manieren voor directe communicatie. En voor je het weet ben je dan echt volop aan het werk. Vandaag hield ik het bij drie uurtjes voordat ik de laptop weer dichtdeed.
’s Middags werkte ik verder maar nu in de tuin. Ik heb de robotmaaier ’s ochtends nog even uit de schuur gehaald voor een laatste ritje voordat hij in ‘winterslaap’ gaat. Omdat we dit handige hulpmiddel niet in de voortuin hebben, moest ik dit zelf doen. Het is een goede gelegenheid om naar een podcast te luisteren. Mijn keuze voor vandaag: De eerste aflevering van De Filogang Podcast.
Deze podcast begon een paar jaar geleden in 2020 en wordt gehost door twee filosofiestudenten (Hanna en Sven) die filosofische onderwerpen bespreken en/of filosofische boeken recenseren. In deze eerste aflevering bespreken ze het boek Black Skin, White Masks (1952) van Frantz Fanon waarin hij een analyse deelt van zijn ervaringen met racisme op Martinique en Frankrijk.
Ik kon de podcast niet tot het einde afluisteren, want ze duurt bijna twee uur en onze voortuin is niet zo groot, maar ik vond het tot nu toe erg interessant en ga er beslist mee verder. Van de besproken auteur had ik nog niet eerder gehoord en zijn boek sprak me erg aan. Misschien ga ik op zoek naar een exemplaar om het op m’n gemak zelf te lezen.
’s Avonds las ik verder in Trefpunt Plato. Een filosofische reisgids door de antieke wereld, geschreven door Klaus Held. Ik ben inmiddels halverwege het boek en ga proberen het uit te lezen voordat ik zaterdag naar Cluj-Napoca vertrek voor een laatste week je in het buitenland dit jaar.
Eerder deze ochtend
Ik was aan het lezen toen een onverwacht geluid me deed opkijken. Het was alsof iemand een sneeuwbal tegen het raam gooide. Maar ik wist meteen dat het iets anders was. Niet omdat er (nog) geen sneeuw ligt, maar omdat dit (helaas) niet de eerste keer was dat ik dit geluid hoorde.
We hebben een grote schuifpui aan de achterkant van ons huis. Het geeft ons een mooi uitzicht op de tuin en tegelijkertijd brengt het veel licht naarbinnen. Het is heerlijk om ’s ochtends met een kop koffie op de zitbank plaats te nemen en de wereld te zien ontwaken.
Vanmorgen zat ik echter te lezen in mijn ‘studeerkamer’. Zo kon ik wat aantekeningen maken en andere boeken erbij pakken als ik iets moest opzoeken. Maar ik wist meteen wat er aan de hand was. Een vogel had de schuifpui niet gezien en was in volle vaart tegen het raam gevlogen. Het gebeurt niet vaak, maar als het gebeurt loopt het meestal slecht af voor de vogel. Want als ze het al overleven, is er meestal een kat snel bij om deze uitgelezen kans op een makkelijke prooi niet voorbij te laten gaan.
Dus sprong ik op van mijn stoel en rende naar buiten waar ik op het terras een spreeuw zag liggen. Nog wel in leven maar nauwelijks bewegend. Ik trok tuinhandschoenen aan en zei tegen de katten (er waren er al twee aanwezig) dat ze weg moesten gaan. Toen ik de vogel oppakte drupte er wat bloed uit de snavel. Het had de ogen open en ik wist niet meer te doen dan de vogel te troosten door het zachtjes in mijn handen te houden en wat te aaien. Ik zei dat alles goed zou komen. Maak je maar geen zorgen.
Binnen een paar seconden was de vogel dood. Ik voelde me verloren met het beestje in mijn handen waaruit het leven nu was verdwenen. Om me heen hoorde ik het gezang van andere vogels. De overlevenden. Beseften ze wat er net gebeurd was?
Ik ging naar binnen, maar kon me niet meer concentreren op mijn boek.
Geef een reactie